Vergrijzende Nederlander koopt auto die hij leuk vond in zijn jeugd.
Dit bericht stond in de Gooi en Eemlander van 5 april j.l. en geeft aan dat er nog steeds een groeiende belangstelling is voor oldtimers.
Terwijl iedereen weet: om de aarde te redden moeten we elektrisch gaan rijden, wordt de vervuilende klassieke auto almaar populairder. Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van het CBS. Het aantal oldtimers in Nederland steeg de afgelopen vijf jaar met een kwart, er kwamen 47.000 auto’s bij die ouder zijn dan veertig jaar.
De belangrijkste verklaring voor de groeiende populariteit van auto’s op respectabele leeftijd is niet zo spectaculair, weet directeur Peter Staal van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC). „Auto’s die nu 39 jaar zijn, zijn volgend jaar veertig en daarmee volgens de Nederlandse overheid een klassieker. Er komen er vanzelf meer.”
Het gaat dan om auto’s uit jaren tachtig. „Van die bouwjaren weten we: de auto’s gaan niet meer zomaar kapot. Een mooi voorbeeld is de Volkswagen Golf. De eerste exemplaren van de Golf worden dit jaar zelfs al vijftig. Ook de Peugeot 205 is zo’n leuk model dat al weer meer dan veertig jaar geleden voor het eerst op kenteken werd gezet. Het zijn mooie, sterke auto’s.”
Morris Minor
Het CBS laat zien dat vooral het aantal auto’s tussen de vijftig en zestig jaar oud toeneemt. Dat is te danken aan mensen die nu ze een dagje ouder zijn en wat meer te besteden hebben de auto kopen die ze in hun jeugd leuk vonden, zegt Staal. „Dat betekent ook dat de massa-auto’s van vóór de Tweede Wereldoorlog, zoals de T-Ford, veel minder gewild zijn, want die groep liefhebbers is er niet meer. Binnen afzienbare tijd gaat dit ook gelden voor bread and butter cars uit de jaren vijftig, zoals de Morris Minor.”
Volgens de nieuwste CBS-cijfers is Opmeer oldtimerhoofdstad van Noord-Holland. Deze gemeente telt ruim veertig klassieke auto’s per duizend inwoners. Dat is bijna evenveel als de landelijke topper, het Brabantse Alphen-Chaam.
Het loopt inderdaad lekker in de regio West-Friesland, beaamt Vincent Bakker. De inwoner van Opmeer opende anderhalf jaar geleden zijn Oldtimers Garage in Wervershoof en is nu al toe aan uitbreiding. Dat verbaast hem niet. ,,Ik had zelfs best wat oude auto’s en merkte dat de wachttijden bij garages gigantisch waren. Sowieso kunnen gewone garages niks meer met zoiets als een carburateur. Een vriend van me in Opmeer werkte altijd al aan oude auto’s, hij is nu onze monteur.”
Kostbaar
Bakker heeft het idee dat de coronajaren de liefde voor oldtimers hebben aangewakkerd. „Mensen verveelden zich en kochten een oude auto om op te knappen.”
Oldtimershow in het Noord-Hollandse Venhuizen, tijdens het afgelopen paasweekend.© Jan Mulder
Hoewel auto’s ouder dan veertig jaar zijn vrijgesteld van wegenbelasting en vanaf vijftig jaar ook geen apk meer nodig hebben, blijft een klassieker een kostbare liefhebberij, waarschuwt Bakker. „Er gaan wel centjes in zitten, zeker als je het onderhoud moet laten doen.”
Ook Texel scoort opvallend hoog met oldtimerbezit. Van april tot en met oktober is er elke eerste zondag van de maand een oldtimershowtje bij de haven van Oudeschild. Geertje Prins (75) showt daar vaak de waarschijnlijk oudste auto van het eiland, een Citroën B14 cabriolet uit 2025. „Moet het wel mooi weer zijn. Er zit een kap bij, maar die laat ik het liefst in de hoes. Open vind ik de auto het mooist.”
Verliefd
De Texelse heeft de bijna-eeuweling al twintig jaar en is er nog steeds verliefd op. „Hij is zo origineel mogelijk, dus bijvoorbeeld geen al te glimmende lak. Het onderhoud valt mee, ik ben er heel zuinig op. Kwestie van af en toe olie verversen. Daarvoor kan ik prima terecht op het eiland.”
Het Peugeotje 205 is ook al een klassieker.© ANP
Plaatsen als het Noord-Hollandse Bergen, Bloemendaal, Wassenaar, Laren en Blaricum scoren ook hoog op oldtimerbezit. In het Gooi draagt Joost Muller van Kever Centrum Midden Nederland in Kortenhoef daar graag aan bij. Een volledig gerestaureerde Volkswagen Kever, met afstand de populairste oldtimer in ons land, kost al gauw een serieuze veertigduizend euro. „Een goede investering”, stelt Muller. „Als dat niet zo was, had ik niet zoveel auto’s op voorraad.”
De Kever-specialist begon eind vorige eeuw klein en ziet een voortdurend stijgende lijn. „Inclusief veel klanten uit België en Frankrijk. We hebben zelfs een paar Kevers geleverd op Bonaire en een bijzondere Kever Baja, een offroad, op Ibiza.”
Status
Een oldtimer als belegging is alleen aan te raden voor wie exact weet hoe en wat, waarschuwt KNAC-directeur Peter Staal. Ook oldtimerspecialist Vincent Bakker in Wervershoof is voorzichtig. „Voornamelijk Alfa Romeo’s zijn gigantisch in prijs gestegen. Ze zijn geliefd om mee te racen en voor rally’s. Zo’n klassieke Alfa geeft status, je laat zien dat je het kunt betalen.”
Gemiddeld rijdt een klassieker 1.800 kilometer per jaar, becijfert het CBS. Daarmee is het klimaatargument meteen van tafel, meent Peter Staal van de KNAC. „Per gereden kilometer zijn deze auto’s misschien best vervuilend, maar het is verwaarloosbaar. Klassiekers rijden volgens het CBS slechts 0,2 procent van het totale aantal gereden kilometers van personenauto’s in Nederland.”
Bron: G&E 5 april Henk Runhaar
