Ford Taunus (1974-1975)

TC ’74 (september 1973 tot december 1974)
In de zomer van 1973 werd de Taunus opnieuw ontworpen in lijn met de kritiek van de pers: het dashboard werd soberder en functioneler (en in deze vorm behouden in de Taunus ’76); Het onderstel werd opnieuw afgesteld en standaard voorzien van stabilisatorstangen voor en achter, wat de wegligging iets verbeterde.

Uiterlijk veranderde er weinig: alle modellen hadden nu een uniforme donkergrijze kunststof grille met hoekige koplampen, maar de Standard en L hadden niet langer een wapenschild in het midden van de radiator, maar alleen het Ford-opschrift op de motorkap. Het uitrustingsniveau GT werd geschrapt, maar de XL kreeg een toerenteller en als optie de 2-liter V6-motor. Het topmodel GXL kreeg een zwarte flankbeschermer met bredere sierlijsten en een dashboard en deurpanelen met echt houtfineer.


TC ’75 (januari 1975 tot december 1975)
Begin 1975 werd de Taunus opnieuw gereviseerd.

Op de eenvoudige Base- en L-modellen waren de sierlijsten rond de ramen nu matzwart, de gekroonde kammen met de cilinderinhoud op de voorspatborden maakten plaats voor nummers, en het Ford-embleem op de radiatorgrille en het opschrift op de motorkap werden nu vervangen door een eenvoudig “Ford”-opschrift aan de bestuurderszijde van de grille op alle modellen. Het Ford-opschrift op de achterklep, dat voorheen de volledige breedte van de Standard en L in beslag nam en was ontworpen als een brede aluminium strip in de XL en GXL, verhuisde in verkleinde vorm naar de linkerbovenhoek van de kofferklep en het Taunus-opschrift werd nu uitgevoerd in eenvoudige blokletters in plaats van gebogen cursief zoals voorheen. De stationwagen, die nu “Freizeit-Taunus” werd genoemd in plaats van een toernooi, was ook verkrijgbaar met GXL-uitrusting. Net als bij de Granada kregen alle modellen een grotere buitenspiegel.

Rond de jaarwisseling 1975/1976 werd het nieuwe model geïntroduceerd, dat aan de buitenkant was gladgestreken, maar nog steeds veel gemeen had met de TC van de eerste serie: de Taunus TC ’76.