Geïntroduceerd in 1960, was de Taunus P3 of 17 M een auto uit de hogere middenklasse van de Duitse Ford-fabrieken. Ford presenteerde het in een nieuwe, functionele vorm, gecreëerd door de ontwerper Uwe Bahnsen, waarvoor de slogan “Line of Reason” werd bedacht,
Met de Taunus P3 verliet Ford de trapeziumlijn van het voorgangermodel P2. De auto had geen staartvinnen of uitbundige chromen versieringen en zag er weer Europeser uit. Hij zag er niet alleen functioneler uit, maar was ook aanzienlijk zuiniger en functioneler dan zijn voorganger: de gewijzigde carrosserievorm resulteerde in een 20% lager brandstofverbruik bij hogere snelheden, betere acceleratiewaarden en een hogere topsnelheid. De verhoogde voorruit was sterk gebogen. De ovale koplampen resulteerden in een aanzienlijk betere lichtverdeling en intensiteit bij dimlicht. Doorlopende langsliggers maakten de volledig stalen carrosserie torsiestijf, zodat er geen verstevigingen nodig waren voor de vierdeursversie. Aan de andere kant was de behouden 6-volt boordspanning niet erg geavanceerd. Om het gebruiksgemak te verbeteren werd ook de eerste versnelling van de P3 gesynchroniseerd. Ford had het chassis met MacPherson-veerpoten en draagarmen op de individueel geveerde voorwielen en een starre as op bladveren aan de achterkant van P2 zonder noemenswaardige wijzigingen overgenomen.
Naast de sedan met twee of vier deuren was er de stationwagen die Ford “Turnier” noemde, aanvankelijk met verhoogde achterlichten op de rand van het dak, later met achterlichten op de spatborden en tenslotte met achterlichten die in de spatborden waren gestoken. De stationwagen had versterkte achterveren en grotere banden. Soms was het mogelijk om te kiezen tussen drie verschillende achterkleppen: de eerste scharnierde aan de bovenkant van het dak, de tweede was een deur die aan de linkerkant was bevestigd en de derde scharnierde op de vloer van de auto, de achterruit moest met een slinger worden ingetrokken om het luik te openen.
Gedurende de hele bouwperiode had de koper de keuze tussen drie motoren (1498, 1698 en 1758 cc) en een verscheidenheid aan lak- en interieurkleurencombinaties. De automatische koppeling “Saxomat” was als optie verkrijgbaar voor transmissies met drie versnellingen.
In 1964 werd hij vervangen door de Taunus 17 M van de P5-serie.